Schaamhaar, okselhaar, beenhaar, any haar. Lichaamsbeharing wordt al eeuwen aangepakt. Haar of geen haar? Je doet maar? Was het maar waar.
Als actrice Julia Roberts in 1999 op de Rode Loper verschijnt in een mouwloze jurk is er een plukje okselhaar zichtbaar. Omdat Twitter en Instagram nog niet bestaan, veroorzaakt haar ‘beauty-faux‘ slechts een bescheiden mediastormpje.
Precies twintig jaar later breekt de hel los als Nike in 2019 op Instagram een foto plaatst van Annahastasia Enuke. De zangeres toont het nieuwste model sportbeha én een harige oksel. Bijna 10.000 Insta-reacties volgen snel. Van ‘Aargh’, en ‘Ugh’ tot ‘Geen man trouwt een vrouw met okselhaar’.
Gelijksoortig commentaar krijgt een okselhaar-foto van het vooruitstrevende modelabel Vetements. Eén volger merkt spottend op: “Man, how things have changed.” Het zegt veel over de positie van de moderne vrouw. Vrouwen mogen carrière maken, maar wel mét geschoren oksels.
Activistische auteurs (en het zijn meestal vrouwen die hierover schrijven) zien het natuurlijk anders. In hun artikelen over lichaamsbegroeiing willen deze haar-activisten ons laten geloven dat harige oksels en benen voor iedereen aanvaardbaar zijn geworden. Maar is er echt sprake van ‘the return of the bush’, zoals Laura Regensdorf zich afvraagt in Vanity Fair? Zit er daadwerkelijk schot in de acceptatie van schaam-, oksel- en beenhaar? Of is deze feministische wens slechts de moeder van de (body positive) gedachte?
SEKSUEEL VERLANGEN
Tegenwoordig beginnen we op steeds jongere leeftijd met make-up en het wegscheren van ons lichaamshaar. Mensen van diverse leeftijden ontharen zich omdat ze zich gedwongen voelen om aan het perfecte (social media)-plaatje te voldoen.
Sinds de prehistorie hebben mensen zich op het gebied van lichaamsbegroeiing laten leiden door hygiëne en fatsoensnormen. Duizenden jaren geleden is voor Egyptische elite-dames hoofd- en schaamhaar ‘onbeschaafd’. Dat was de norm, dus ze harsten alles rigoureus weg met een mix van hete suiker en citroen. Op hun hoofd droegen zij vaak pruiken of haarstukken.
Had de Griekse beschaving in plaats van de bekende drie beeldschone gratiën maar één gratie gehad met een hairy bush of monobrauw, dan was er tenminste één uitzondering geweest op het zo invloedrijke klassieke schoonheidsideaal.
In de Westerse kunst wordt schaamhaar lange tijd niet getoond omdat dit het seksuele verlangen van de vrouw openbaart. Vandaar dat vijftiende- en zestiende-eeuwse schilders zoals Jheronimus Bosch, Titiaan en Michelangelo nooit haar op de venusheuvel schilderen. Zelfs de realistische Rembrandt verstopt het met behulp van schaduwen. Aan het einde van de achttiende eeuw zorgt het schilderij La Maja Desnuda van Francisco Goya voor oproer: een geheel naakte, gewone vrouw – geen godin – met een bescheiden toefje. In de negentiende eeuw verzet Gustave Courbet zich tegen het schoonheidsideaal in de kunst en schildert vrouwen zoals ze werkelijk zijn. Op zijn uitdagende schilderij L’Origine Du Monde (1866) staat een behaard vrouwelijk geslachtsdeel. Nog vijftig jaar later laat Egon Schiele helemaal niets meer aan de verbeelding over.
Begin twintigste eeuw is door de veranderende mode steeds meer blote arm zichtbaar. De ontharingsindustrie, met het Amerikaanse bedrijf Gillette als pionier, grijpt zijn kans en adverteert vanaf 1915 in damesbladen met de boodschap om okselhaar te verwijderen. Doel van Gillette’s marketingmachine is – ja, toen al – vrouwen onzekerheid aanpraten omdat ze niet voldoen aan het (mede door Gillette opgelegde) schoonheidsideaal. De vrouw die geen duur Milady Décolleté-mesje van Gillette bij de hand heeft, verwijdert haar ongewenste okselbegroeiing op zijn achttiende-eeuws: wegschroeien met een kaarsvlam.
Als in de roaring twenties van de twintigste eeuw de rokzoom geleidelijk omhoog gaat, komt er meer been in beeld. Door de komst van de populaire nylonkous in 1939 wordt beenhaar weer onttrokken aan het zicht. Maar als er in Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog een tekort aan kousen ontstaat, wordt het scheren van de benen een gewoonte. Het bijwerken van het schaamhaar is sinds 1946 een ‘must‘ door de uitvinding van de bikini.
PORNO POES
Wel of niet scheren? Niet, was de wens van de vrouwenemancipatie toen in de sixties de rokzoom dankzij de mini-mode nog verder richting het kruis omhoog kruipt. De tweede generatie feministen keurt het schoonheidsideaal van het haarloze lichaam af. Toch wint het gladde been; de au naturel-look krijgt geen voet aan de grond.
De definitieve omslag op schaamhaar-gebied komt eind jaren tachtig als in Amerika de eerste salons openen die zijn gespecialiseerd in de Braziliaanse wax-techniek. De opmars van de kale poes begint in de porno-industrie. “Begin jaren tachtig was ik een Penthouse model”, zegt gepensioneerd pornoster Kelly Nichols. “Ik poseerde met een volle bos. Niemand in de wereld van adult entertainment onthaarde zich, maar sinds 2000 doet iedereen dat.” Gucci verbaast in 2003 met een advertentie met weggeschoren schaamhaar, op G de van Gucci na. Sex sells.
Waxen wordt een internationale hype nadat de wereld ziet hoe Carrie Bradshaw in 2000 in een scène in Sex and the City de behandeling ondergaat. “I’m so aware of down there now. I feel like I’m nothing but walking sex.”
MANNELIJK ÉN KAAL
Wat in de jaren vijftig voorzichtig begint met het bijwerken van de bikinilijn, mondt uit in het haarloos maken van de hele schaamstreek, want sinds het internet heeft een breed publiek kale pornosterren met enkele muisklikken gratis binnen handbereik. ‘Kaal’ is voor de lustzoekende man een voorwaarde voor aantrekkelijkheid geworden. Lichaamshaar als factor in een competitieve selectie.
In eerste instantie voelen alleen vrouwen zich genoodzaakt (het porno-effect) om steeds kaler door het leven te gaan. Het duurt even voordat de meeste mannen ervaren hoe een haarloos onderlichaam voelt, hoewel de gladde look in de gayscene wel al eerder de norm was – vanwege de ultieme seksbeleving. Bijzonder: voor het eerst in de geschiedenis wordt een man zónder lichaamsbeharing als mannelijk beschouwd.
DE KRACHT VAN DE KEUZE
Rommelige toefjes, streepjes, getrimde heuveltjes, wilde bossen. Haar of geen haar, het is sinds het vorige millennium een gender– en generatieding. Terwijl de meeste millennials gewend zijn aan haarloos, schrikken de begin-twintigers van Gen Z niet van een partner mét lichaamshaar. En evenmin van eentje zonder.
Ook anders dan vroeger is dat lichaamsbegroeiing een keuze is. Een stimulerende ontwikkeling is de opmars van feministen en body positivity op sociale media, maar ook het op de markt komen van nieuwe ontharingsproducten, waaronder Flamingo, Fur en Billie. Heel behendig spelen deze Amerikaanse merken mee op de inclusieve ‘iedereen-mag-het-zelf-bepalen’-ontwikkeling. “We believe in a more inclusive definition of beauty,” is de slogan van Fur: “whether you think the bush is back or skin is in.” De rebranding van lichaamshaar komt ook terug in Billie’s campagne Project Body Hair met vrouwen in bikini’s zónder bikinilijn. De boodschap? Stop met het beschouwen van lichaamshaar als een taboe of iets waarvoor we ons moeten schamen.